Crisis

CRISISNUMMERS

Tijdens kantooruren:

  • Heerlen: 045 – 560 4004
  • Voerendaal: 045 – 560 25 61
  • Landgraaf: 14-045

’s Avonds of in het weekend:

  • Crisishulp Jeugd Zuid-Limburg: 043 – 604 5777
Zoek
Crisis

CRISISNUMMERS

Tijdens kantooruren:

  • Heerlen: 045 – 560 4004
  • Voerendaal: 045 – 567 7530
  • Landgraaf: 14-045

’s Avonds of in het weekend:

  • Crisishulp Jeugd Zuid-Limburg: 043 – 604 5777
Zoek
Sluit dit zoekvak.

Voorbij opdrachtgever- en opdrachtnemerschap

Samenwerking gemeenten en JENS

Interview door Anneke de Waal en Stephanie Boonen | In Petto

Veel heilige huisjes neerhalen en lastige gesprekken voeren. Het klinkt niet echt als een droomscenario en tóch is dit precies wat nodig was om successen te boeken in de transformatie van de jeugdhulp. De droom van JENS en de drie gemeentes Heerlen, Voerendaal en Landgraaf die vier jaar geleden ontstond, wordt stukje bij beetje werkelijkheid. Wat zijn nu de sleutels tot succes in de verandering van het jeugdlandschap? En welke drempels en valkuilen kom je onderweg tegen?

We gaan hiervoor in gesprek met Alex Schiffelers, wethouder Gemeente Landgraaf, en Sven Balk, directeur JENS. We beginnen met het goede nieuws dat de opdracht van JENS voor vijf jaar is verlengd, met de optie daarna nog eens drie keer met twee jaar te verlengen.

‘Dat is toch een feestmomentje,’ blikt Sven terug op dit fantastische moment. ‘Dat hebben we samen gevierd,’ vult Alex trots aan. En dat is ook typerend voor de manier waarop de samenwerkingspartners kijken naar niet alleen hun eigen ontwikkeling als partners, maar vooral ook naar die van ‘hun’ jeugdigen. ‘Succes zit namelijk al in de kleine dingen,’ legt Sven uit. De voorbeelden die hij hierop noemt spreken tot de verbeelding, zoals kinderen vaardigheden leren waardoor ze bij het reguliere jeugd- en jongerenwerk kunnen aansluiten in plaats van hen in aparte begeleidingsgroepen te plaatsen.

‘Het is echt geen rocket science. Waar het om gaat is ouders en kinderen zelf vaardigheden aanleren en hen dus niet afhankelijk maken van hulpverlening.’

Ondersteuning in de wijk

Sven en Alex leggen uit: ‘Onze manier van werken is heel anders dan we gewend zijn in de jeugdhulp. We investeren vooral in gebiedsteams en het voorliggend veld. Daar werken allerlei specialismen samen en we maken zoveel mogelijk gebruik van het zelf-oplossend vermogen van de mensen. We investeren vooral ook in preventie. We willen aan de voorkant voorkomen dat we later moeten zeggen: hier moeten we toch wel een hele hoop repareren. In Nederland zijn we gewend alles met zorg op te lossen en willen we etiketjes plakken. En als je eenmaal een etiketje hebt, is het moeilijk om er weer vanaf te komen.’

En dat is precies waar JENS en de gemeentes het anders willen doen. Ze willen juist dat iedereen kan meedoen. Ze willen jeugdigen en hun ouders op een laagdrempelige manier ondersteunen in de wijk en hen stimuleren hun eigen mogelijkheden te ontdekken en ontwikkelen. Dat is waar alle medewerkers van de samenwerkingspartners zo enthousiast over zijn.  

Dit klinkt heel logisch, maar volgens Alex en Sven is het Nederlandse zorglandschap lang niet overal zo ver om deze visie te omarmen. Het vergt een portie omdenken. Met alleen maar blijven ‘zorgen voor’ en alles in indicaties weg te zetten, redden we het namelijk niet.

Spil in de droom: samenwerking, moed en vertrouwen

‘Duidelijke taal. Een nobel streven. Dit vergt lef, moed en de nodige samenwerking. Hoe geven jullie hier samen vorm aan?’ vragen we hen.

‘Waar alles mee begint en staat of valt, is dat je gelooft in wat je doet en doet wat je zegt,’ zo klinkt de gezamenlijke overtuiging. ’Het samen doen krijgt steeds meer vorm en daarmee komen de partijen elke keer een stapje dichterbij het realiseren van hun gezamenlijke doel. Zonder wrijving geen glas,’ zo vertelt Sven verder. ‘Maar telkens kunnen we weer een volgende stap zetten. Daar is moed en zeker vertrouwen voor nodig.’

Die wrijving was volgens Alex ook zeker te voelen bij de gemeente. ‘Dat partnerschap heeft wel even nodig gehad, omdat je tegen dingen aanloopt en het anders gewend bent. Dan moet er voldoende vertrouwen zijn om elkaar daar ook op aan te spreken. Zeker in het begin is dat wat moeilijker geweest.’ De oplossing? Die bleek binnen handbereik: gewoon eerlijk en open benoemen waar het aan schort. De vraag neerleggen en de ander de kans geven om het passende antwoord te vinden. En daarover de dialoog te voeren, in gesprek blijven, net als gebeurt met de gezinnen die om hulp vragen.

‘Het hangt dus niet op één persoon, maar het zit ‘m juist in de samenwerking, waardoor je optimaal gebruik kunt maken van elkaars talenten. Alleen dan komt een kind optimaal tot zijn recht.’

Andere organisaties en gemeenten kijken vaak vreemd naar zo’n partnerschap, omdat ze een ander soort partnerschap met overheden gewend zijn. Het vraagt moed om het anders te doen. Vaak wordt in ‘wij-zij’ gedacht en zijn gemeentes alleen opdrachtgever. ‘Wij denken juist: de jeugdigen staan centraal en alle rest is daaraan ondergeschikt. Natuurlijk moeten de financiën kloppen, maar het belang van het kind blijft voorop staan. En daarin hebben we elkaar steeds gevonden,’ aldus Alex en Sven.  

Waarom werkt eigenlijk nog niet iedereen zo?

JENS blijkt wel echt een voorbeeld te zijn. Sven geeft aan: ‘Er wordt inmiddels ook landelijk best vaak aangeklopt met de vraag: hoe doen jullie dat en kunnen jullie ons helpen? Dus dat is wel heel leuk, dan wordt het echt gezien.’

Alex vult aan: ‘Je moet ook wel durven. En daar mogen we echt trots op zijn, dat we die durf hebben gehad’. ‘En organisaties en medewerkers moeten ook die stappen durven zetten, om vervolgens te merken dat het allemaal niet zo spannend is,’ zo luidt de conclusie van Sven.

De toekomst: knelpunten en kansen

Als we Sven en Alex vragen naar hoe zij de toekomst voor zich zien, benoemen zij financiën als grootste knelpunt en de kracht van aanpassing als grootste succesfactor.

‘Financiën blijven altijd moeilijk,’ verzucht Alex. ‘Het is heel belangrijk voor ons om de succesverhalen te laten zien en te delen, zodat men ziet wat het oplevert en daarmee bereid blijft te investeren.’

‘En met alles wat je ervaart, weer nieuwe mogelijkheden en nieuwe kansen zien. En die vervolgens ook verzilveren,’ vult Sven aan. ‘De maatschappij verandert voortdurend, dus dat vraagt ook steeds weer om aanpassing. Steeds vanuit onze visie dat we ouders zelf in staat stellen om hun kind veilig en gezond te laten opgroeien en hen daarbij helpen. Dat die kinderen straks ook weten hoe het moet en ook hun kinderen weer kunnen helpen. Dat is wat we graag willen’.

JENS is goed op weg, maar er liggen nog voldoende nieuwe uitdagingen. Zoals het opzetten van een jongeren-ervaringsgroep of de ouders meer aan tafel krijgen, om maar een paar voorbeelden te noemen. De heren kijken elkaar bemoedigend aan. ‘En het is een continu proces. De plannen worden ook samen vormgegeven. Daar hebben we ook wel een enorme ontwikkeling in doorgemaakt. We zijn de fase van opdrachtgever/opdrachtnemer echt voorbij!’

Facebook
Twitter
LinkedIn